Duidelijk gechareld

De zee zal nog honderden jaren blijven stijgen. Wat doen we eraan?

Oostende – Nu de COP26 afgelopen maand in het Schotse Glasgow volgens vele experten op een teleurstelling zonder internationale daadkracht uitdraaide, lijkt de strijd tegen de klimaatverandering hopelozer dan ooit. Ook ons land krijgt te maken met de gevolgen van onze eigen CO2-uitstoot en vervuiling Zo zal de Noordzee voor onze Belgische kust alleen maar blijven stijgen, en aan een sneller tempo dan ooit. Maar wat betekent dat voor onze kuststeden, en hoe kunnen we ons wapenen tegen de stijgende zeespiegel?

Het water staat Oostende aan de lippen, al is daar op het eerste gezicht niet veel van te merken. Het weer is guur en herfstig wanneer de trein tot stilstand komt in het vernieuwde station van de badstad. Een zilte lucht waait door kille, druilerige straten. Aan de andere kant van de dokken liggen de grote werfschepen die het offshore windmolenpark voor onze Belgische kust aan het bouwen zijn. Wanneer we er voorbijlopen, liggen ze er desolaat bij. Enkele meeuwen bekvechten om een stuk afval op de rand van de kade, als ramptoeristen samengetroept. Het is kalm in de haven, de stad wacht het komende hoogseizoen geduldig af.

De haven van Oostende, met in de verte de open zee, ligt er vreedzaam bij. | Beeld: Charles Gadeyne

In de verte kabbelt de Noordzee als een dreigende logge massa. Twee gloednieuwe strekdammen, samen met een compleet nieuw strand moeten de haven en de stad beschermen tegen de zee. Het zijn tekenen aan de wand dat binnen enkele decennia de zee er hier nog veel dreigender kan gaan uitzien. De vraag is of de huidige infrastructurele maatregelen dan nog zullen volstaan.

“Het tempo waaraan de zeespiegel opschiet, is in de laatste twee decennia meer dan verdubbeld”, vertelt Jan Seys, woordvoerder van het VLIZ (Vlaams Instituut voor de Zee, red.) maar ook doctor in de marine biologie. “En dat hebben we volledig aan onszelf te danken.”

In zijn vurig betoog haalt hij aan dat de klimaatverandering veel effecten heeft op de zeespiegelstijging, maar niet altijd de meest voor de hand liggende. Zo een van de oorzaken van de stijging het uitzetten van water dat warmer wordt. Een andere grote aanleiding zijn smeltende ijskappen, maar enkel die op het land (drijvende ijskappen die smelten in zee, verminderen in volume en dragen zo niet bij tot de zeespiegelstijging, red.), bijvoorbeeld op de Zuidpool en Groenland. “Mochten we die volledig laten wegsmelten, staat het water voorbij Brussel”, aldus een bevlogen Seys.

Scenario’s

Tijdens Jan Seys’ gedetailleerde uiteenzetting wordt duidelijk dat de situatie voor de badstad meer prangend is dan op het eerste gezicht het geval lijkt. “Er zijn drie mogelijke scenario’s die zich in de toekomst kunnen voltrekken”, verduidelijkt hij. “Stel dat we erin slagen de temperatuuropwarming onder de 2°C te houden, zoals afgesproken op de Klimaatconventie van Parijs in 2015, dan kunnen we de zeespiegelstijging tegen het jaar 2100 beperken tot een dikke halve meter. Als we blijven doordoen zoals we nu bezig zijn, met andere woorden scenario twee, gaat dat eerder naar een meter.”

“Als de zee al met meer dan twee meter stijgt voor het jaar 2100 moeten we beginnen te denken over evacuaties van de polderstreek.”

Jan Seys – Woordvoerder VLIZ

“Een vijftal jaar geleden is echter op Antarctica het fenomeen van ijskapinstabiliteit opgemerkt. Dat wil zeggen dat grote ijskappen, van bijna drie kilometer dik, zich afscheuren, en in zee plonzen. Doordat het water van die zee – ook al door de klimaatopwarming – opgewarmd is, smelt die reusachtige blok ijs sneller. Mocht dat fenomeen zich doorzetten – in dit geval scenario drie – dan stijgt de zee voor Oostende met zo’n twee à drie meter tegen 2100. Dit is het worstcasescenario.”

De ijskappen op Antarctica lijken sneller te smelten dan verwacht. | Beeld: Torsten Dederichs (Unsplash)

Dat lijkt misschien weinig, maar een snelle rekensom leert ons al snel anders. Gerekend vanaf de waterstand bij laagwater, komt de zee bij vloed zo’n vier meter hoog. Bij springtij (sterkere vloed die zich om de twee weken voordoet bij volle of nieuwe maan, red.) zelfs vijf meter hoog. Volgens het VLIZ is de zeedijk in Oostende gemiddeld negen meter hoog. Er is dus genoeg marge om die zeespiegelstijging op te vangen. “Maar het water zal nooit binnenstromen in Oostende bij laag water of een kalme zee”, aldus Seys, “maar altijd bij een storm, en dan mag je daar gerust nog drie meter water bijtellen. Zo slinkt die marge zienderogen. Een hogere waterstand maakt zelfs dat een kleinere storm de toeristische zeedijk kan doen onderlopen.”

Achterdeur

De ‘achterdeur’ van de haven in Sas-Slijkens. | Beeld: Charles Gadeyne

De situatie is het best merkbaar in Sas-Slijkens, een wijkje dat ingepakt ligt tussen Bredene en Oostende. Een knarsende sluis voor oude statige gemeentehuis van Bredene, markeren het einde van de haven en het begin van het Kanaal Gent-Brugge-Oostende. Het Sas wordt ook wel de ‘achterdeur van de haven’ genoemd. Van hieruit bereikt het water makkelijk de polderstreek, een strook van 10 km breed achter de kustlijn die onder experts wordt omschreven als ‘de ideale badkuip’. De regio, die tot aan brugge loopt, ligt slechts enkele luttele meters boven de waterlijn. Wanneer de achterdeur breekt in het weinig charmante Sas-Slijkens, staan binnen de kortste keren de Vlaamse polders blank.

Dat is namelijk al eens gebeurd. In 1953 sloeg een beruchte zware storm toe op de kusten van de Lage Landen. In Nederland vielen honderden doden, maar hier in Oostende vielen eveneens slachtoffers. Ook toen stroomde het zeewater over de biljartvlakke polders. Veel boeren verloren hun oogst, de materiële schade was enorm en grote delen van Oostende stonden ook onder water.

“Mensen denken altijd: “Waarom bouwen we niet gewoon een stevige dijk?” Helaas werkt het zo niet.”

Jan Seys – Woordvoerder VLIZ

Door de stijging van de zeespiegel wordt een dergelijk scenario hier alleen maar waarschijnlijker. “Als we nu al een gat maken in de duinen, loopt deze streek bij een relatief zware storm onder” merkt Seys op. Het economisch belang van die polders, volgestouwd met industrie en landbouw, valt niet te ontkennen. Enkele beschermingsmaatregelen zijn dus nu al in voege. Zo staan er her en der rond Sas-Slijkens robuuste muurtjes van een stevige meter hoog. Het lijkt op sommige plekken wel een inderhaast aangebrachte noodoplossing. Enkele verweerde bankjes moeten het geheel toch een iets meer uitnodigend cachet geven, maar slagen daar halvelings in.

Deze muurtjes moeten de Vlaamse polders beschermen tegen overstromingen. | Beeld: Charles Gadeyne

Het strand

De muurtjes zijn het onderdeel van het Masterplan Kustveiligheid dat het agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust uitschreef in 2013 op vraag van de Vlaamse overheid. Dat plan moet onze kusten nog zeker dertig jaar beschermen tegen een zware storm en een geleidelijke stijging van de zeespiegel. “Er zijn twee grote facetten van het plan, waarvan de muurtjes er één zijn”, weet Seys ons te vertellen.

Een tweede aspect van het masterplan is te vinden langs het meest iconische stukje van Oostende: de zeedijk. Vreemd genoeg is het niet de dijk zelf die versterkt of zelfs verhoogd wordt, maar het uitgestrekte strand ervoor. “Onze insteek is vooral dat we de natuur haar werk willen laten doen tegen stormen en hoge waterstanden. Mensen denken altijd: “Waarom bouwen we niet gewoon een stevige dijk?” Helaas werkt het zo niet. Duinen en stranden halen de energie uit de zee, meer dan een dijk, en zijn bovendien goedkoper aan te leggen.”

Het strand en de dijk van Oostende vanaf de Westelijke Strekdam voor de havengeul. | Beeld: Charles Gadeyne

“Het klopt dat we morgen een 30 meter hoge muur kunnen bouwen aan onze kust, maar wie gaat dat betalen?” Toegegeven, wie langs onze Belgische kust wandelt, heeft het al lastig met de muur van invasieve appartementsblokken, restaurants, gocartwinkels, en dergelijke, maar een enorme muur zou geen verbetering zijn. “Maar laat ons eerlijk zijn met elkaar”, verzucht Seys. “Als de zee al met meer dan twee meter stijgt voor het jaar 2100 door de ijskapinstabiliteit, moeten we beginnen te denken over evacuaties van de polderstreek, mensen onteigenen, dorpen leeghalen, enzoverder. Anders is het gewoon niet meer betaalbaar, of überhaupt haalbaar.” En dat zegt dan nog niets Oostende zelf.

Toekomst

Het spijtige aan de zaak is dat de schade die de mens nu toebrengt aan de natuur, niet plotsklaps opgelost zal zijn door groener te leven. Terwijl de auto’s ons blijven voorbijrazen op de Prins Albertlaan aan Sas-Slijkens, manifesteren de gevolgen van onze menselijke vervuiling zich nog voor honderden jaren. Het is dan ook honderd procent zeker dat de straten van Oostende ooit zullen overstromen, en dus ook bewapend zullen moeten worden tegen de allesversmachtende zee.

De rode gebieden lopen risico op overstroming wanneer de zeespiegel met meer dan twee meter stijgt. | Beeld: coastal.climatecentral.org

“We hopen dat de Zuidpool zich normaal gedraagt, maar de politiek heeft die mogelijkheid al opgenomen in haar beleid. Er wordt met andere woorden rekening gehouden met het worstcasescenario.” Op de bovenstaande kaart staan de risicogebieden, zoals de polderstreek en grote delen van Brugge, mocht Vlaanderen ooit met zo’n situatie opgescheept zitten. Dat is wel zonder enige infrastructurele maatregelen zoals de versterkte stranden voor het Kursaal, een massieve strekdam, of de groezelige muurtjes aan de ‘achterdeur’ van de haven.

Kortom, het water staat Oostende wel degelijk aan de lippen. De komende decennia worden cruciaal voor de zeespiegelstijging, en dus voor onze hele kustlijn. Zullen we erin slagen om onder de 2°C opwarming te blijven of niet? Het bepaalt of de komende generaties nog kunnen leven in steden als Oostende. Vooralsnog ligt de badstad er vredig bij, druilerig onder de samengepakte herfstwolken, in stilte het komende hoogseizoen afwachtend.

Leave a Reply

Your email address will not be published.