Duidelijk gechareld

DIRK. @ De Kreun: De eerste vlucht van de gebroeders Wright in concertvorm (★★★)

Op vrijdag 22 oktober stond de West-Vlaamse rockband DIRK. in De Kreun in Kortrijk. Ondanks een technisch soepje speelden ze een dijk van een show, waarbij een onstuimig thuispubliek op het randje van een heus volksfeest werd gehouden. Frontman Jelle Denturck en Co. verstevigen hun reputatie als ijzersterke liveband opnieuw en opnieuw.

Opwarmen deed het publiek met een schizofreen getint voorprogramma. De jonge Antwerpse band Meltheads kwam met een smetkroes aan stijlen naar Kortrijk afgezakt en ging soms van hillbilly country naar emorock uit de jaren 2000 in een kwestie van seconden. De heel jeugdige frontman paste perfect in dat schizofrene plaatje, soms dictatoriaal heen en weer benend over het podium, dan weer als de geknipte verjaardagsimitator van Nirvana’s Kurt Cobain. Amuserend, met potentieel. Van Meltheads gaat u later nog horen.

Het was drummer Robin Wille die als eerste opkwam in een toen al vrij onfris ruikende zaal, zich onverstoord achter zijn slagwerk zette en de keizer van de avond – frontman Jelle Denturck – op het podium begeleidde. “Geen tijd te verliezen”, moet die laatste gedacht hebben, en de eerste hit van de avond – ‘Toulouse’ – rolde in een mum van tijd van de elektrische gitaren.

De pret was echter geen lang leven beschoren. Technische defecten gooiden roet in het eten nog voor de kaap van twee nummers goed en wel gerond was. Doorheen heel de set van DIRK. bleef de techniek een knelpunt. Zelfs de gitaar van frontman Jelle Denturck gaf er plots de brui aan. Het geheel had daardoor iets weg van de eerste vlucht van de gebroeders Wright in 1903: lastig van de grond komen, veel setsbacks, maar toch groundbreaking (letterlijk dan).

In al die technische chaos stond de vindingrijkheid van de muzikanten als een paal boven water. De defecte gitaar werd vervangen door een exemplaar van papa Denturck – toevallig ook in de zaal aanwezig – wat een melig momentje opleverde. “Ken je dat, dat je twee jaar niet hebt kunnen spelen, en dan kun je weer wel, en dan werkt het niet!”, merkte zoonlief met een cynisch lachje op.

En het publiek? Dat werd door alle commotie op het randje van net niet ontploffen gehouden, maar liet dat niet aan hun hart komen. Op “Sick ’n Tired” kwamen de voorste rijen een eerste keer los, niet veel later waren enkele T-shirten er al aan voor de moeite. Na elk technisch defect ging DIRK. met nog meer overgave tekeer, waardoor na meer dan een uur knallende riffs en een stoïcijnse gitaarsolo van gitarist Pieters-Willem Lauwers, een moshpit op springen stond, maar er nooit echt is doorgekomen.

Afsluiten deed DIRK. met misschien wel hun grootste hit en door alle technische chaos zeer passende meezinger “Fuckup”. Als een messias begaf frontman Jelle Denturck zich onder een meebrullend publiek: “I only hate myself, when I fuck things up. And I fuck things up all the time!” Zich een echte volksmenner wanend, begeleidde hij de zaal doorheen de zangstonde. Na al die emotie moest alle energie er nog even uit met een keiharde versie van “Artline”, met artiesten die buiten zichzelf waren en een drummer die zijn drumstel bijna aan flarden trapte.

Op technisch vlak was het een wankele show, met veel onderbrekingen. Het maakte dat de zaal op springen stond, maar die climax nooit heeft kunnen bereiken. Muzikaal staat DIRK. wel ijzersterk, met een set die de potentie heeft een festivalweide te amuseren, en een charismatische frontman die af en toe een bedeesd godcomplex lijkt te hebben.

Leave a Reply

Your email address will not be published.